Als je aan het rijden bent, heb je maar twee bronnen van communicatie met de chauffeurs om je heen. Een daarvan is uw richtingaanwijzers en de tweede is uw claxon. Daarom moet u beide zeer royaal en slim gebruiken als en wanneer dat nodig is. Over het algemeen mag de claxon alleen worden gebruikt om andere auto’s te waarschuwen voor uw aanwezigheid. Veel mensen hebben de gewoonte om hevig te toeteren bij seinen en langzaam rijdend verkeer om de mensen voor hen aan te geven sneller te rijden. Deze praktijk is verkeerd en mag zeker niet worden gevolgd. Zorg er bij het afslaan ook altijd voor dat u uw richtingaanwijzers gebruikt. Zorg ervoor dat u de richtingaanwijzers in die richting gebruikt, zelfs als u van rijstrook wisselt. Dit is om ervoor te zorgen dat de bestuurder achter u weet dat u afslaat en dienovereenkomstig afstand houdt.
Tijdens de beginfase van het rijden wordt aanbevolen dat u zich houdt aan het rijden op de routes waarmee u goed vertrouwd bent. Als je naar onontgonnen gebieden gaat, moet je extra letten op de richting waarin je gaat. Als beginner kun je dat beter in het rijaspect gebruiken dan in de navigatie.